Andreas Palmaer

Vertalingen Andreas Palmaer

De man zonder gezicht (127 blz.; Zweeds)

De reacties:

‘Ik vond dit echt een gaaf boek. De verhalen zijn al heel eng omdat ze zo realistisch zijn, maar ik merkte ook dat sommige verhalen enger werden als ik ze nog een keer las. Dus dit is echt een boek dat je vaker kunt lezen, en telkens is het weer bijna een nieuwe ervaring.’

bol.com

‘De schrijver heeft zich laten inspireren door enge verhalen op het internet en benoemt in het voorwoord degenen van wie hij de verhalen heeft geleend. In elk verhaal wordt de spanning opgebouwd, doordat het hoofdpersonage niet weet wat er gaat gebeuren en de lezer ook in het duister wordt gehouden. Ze eindigen bovendien bijna allemaal met een onheilspellend open einde, maar er worden genoeg suggesties gedaan om de fantasie op de vrije loop te laten. Voor de lezers die veel horrorboeken lezen, is dit boek vermakelijk maar niet eng en verrassend genoeg. Maar wie net komt kijken in het genre zal moeite hebben om zich niet mee te laten slepen door angst!’

NBD-redactie

De verhalen in De man zonder gezicht gaan niet over typische dingen zoals spoken of vampiers. Het gaat over wraak, angst, de dingen waar je bang voor bent in het donker en moord. Het boek bestaat uit meerdere korte verhalen, die elk los van elkaar staan. Ook wordt er in het boek soms gebruik gemaakt van illustraties, wel allemaal in zwart wit natuurlijk. Dit geeft de verhalen nog meer dat creepy effect.Het leuke is dat het niet uitmaakt in welke volgorde je het boek leest, je kunt gewoon kiezen welke verhalen je eerst wil lezen en welke verhalen je toch iéts te eng vindt en overslaat. Palmaer schrijft op een manier waardoor het blijft boeien. Zo sluit hij verhalen vaak af met open eindes, maar op deze manier gaat je eigen fantasie zijn werk doen en voor je het weet kun je al helemaal voor je zien wat er is gebeurd na die laatste zinnen. Zo beleef je nog extra plezier aan het lezen van de verhalen.

Chicklit.nl, vier hartjes

De vertaler:

‘Ik ben geen fan van griezelverhalen. Met mijn veel te levendige fantasie gaan die verhalen een eigen leven leiden in mijn hoofd. Dus begon ik met knikkende knieën aan het vertalen van dit boek. Sommige verhalen waren spannender dan andere, het enge zit hem voor mij in de suggestie van iets achter een deur, onder een bed, voor het raam. Wanneer je eigenlijk het liefst achter een kussen kruipt als je tv kijkt, of het geluid uitzet, of, in het geval van een boek, dat je niet verder leest. Als vertaler moest ik door de zure appel bijten en doorgaan, ook als ik eigenlijk liever iets anders deed. Ben ik dapperder geworden sinds de vertaling van De man zonder gezicht? Dat zal ik je laten weten als er ooit bij me wordt aangebeld en er twee kinderen met zwarte ogen voor de deur staan…’